Status: current, Not sufficiently defined by necessary conditions definition status (core metadata concept). Date: 01-Nov 2023. Module: SNOMED CT model component module (core metadata concept)
Descriptions:
| Id | Description | Lang | Type | Status | Case? | Module |
| 5276957018 | Component annotation with string value reference set (foundation metadata concept) | en | Fully specified name | Active | Entire term case insensitive (core metadata concept) | SNOMED CT model component module (core metadata concept) |
| 5276958011 | Component annotation with string value reference set | en | Synonym (core metadata concept) | Active | Entire term case insensitive (core metadata concept) | SNOMED CT model component module (core metadata concept) |
| Outbound Relationships | Type | Target | Active | Characteristic | Refinability | Group | Values |
| Component annotation with string value reference set (foundation metadata concept) | Is a | Reference set | true | Inferred relationship | Some |
| Members | languageDialectCode | typeId | value |
| Blunt injury of thorax (disorder) | nl | Explanation for patient (attribute) | Dit is een verwonding van de borstkas. De schade is van buiten niet goed te zien, want de huid is nog heel. Maar het kan toch gevaarlijk zijn. Het kan bijvoorbeeld komen door een val tegen iets hards of geweld. |
| Metabolic disease | nl | Explanation for patient (attribute) | Klachten door problemen met de stofwisseling. Stofwisseling is de verbranding in het lichaam. |
| Sensory somatic cortical disorder | nl | Explanation for patient (attribute) | Dit betekent dat je minder goed aanraking, pijn en temperatuur kunt voelen. Dat komt doordat een gebied in de hersenen niet goed werkt. Dit gebied verwerkt informatie over wat het lichaam voelt. |
| Anal structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het gat aan het eind van de darm waardoor de ontlasting (poep) uit het lichaam komt. |
| Structure of apical axillary lymph node | nl | Explanation for patient (attribute) | De lymfeklier in de oksel die het hoogst zit. De topklier zit meestal dichtbij het sleutelbeen. |
| Arterial structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Bloedvat dat bloed met zuurstof brengt naar een deel van het lichaam. |
| Structure of internal iliac artery | nl | Explanation for patient (attribute) | Slagader die bloed brengt naar de onderbuik. |
| Structure of inferior mesenteric artery | nl | Explanation for patient (attribute) | Dit bloedvat gaat naar de onderste delen van de dikke darm en naar de endeldarm. |
| Superior mesenteric artery structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Dit bloedvat gaat naar de bovenste delen van de dikke darm, dunne darm, alvleesklier en twaalfvingerige darm. |
| Structure of superior rectal artery | nl | Explanation for patient (attribute) | Slagader die bloed brengt naar de endeldarm. Een aftakking van de onderste darmslagader. |
| Axillary lymph node structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Een lymfeklier in de oksel. |
| Structure of aortic bifurcation | nl | Explanation for patient (attribute) | Splitsing van de aorta (lichaamsslagader) in de grote slagaders die naar de benen gaan. |
| Upper gastrointestinal tract structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het bovenste deel van het maag-darmstelsel: slokdarm, maag en de dunne darm. |
| Cecum structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het eerste deel van de dikke darm. Het ligt rechtsonder in de buik. |
| Anal canal structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het allerlaatste deel van de endeldarm waardoor de ontlasting (poep) uit het lichaam komt. Het anale kanaal is enkele centimeters lang en aan het eind zit de kringspier. |
| Structure of head of pancreas | nl | Explanation for patient (attribute) | Het breedste, ronde deel van de alvleesklier. De alvleesklierkop ligt tegen de dunne darm aan. |
| Structure of tail of pancreas | nl | Explanation for patient (attribute) | Het smalste, lange deel van de alvleesklier. |
| Chromosome structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Chromosomen zitten in elke cel van het lichaam. Ze bestaan uit het erfelijk materiaal: het DNA. De helft van de chromosomen komt van de moeder, de andere helft van de vader. |
| Colon structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De dikke darm. |
| Ascending colon structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het stijgende deel van de dikke darm. Dit is het eerste deel van de dikke darm en zit aan de rechterkant van het lichaam. |
| Descending colon structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het dalende deel van de dikke darm. Dit deel zit aan de linkerkant van het lichaam. |
| Sigmoid colon structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het deel van de dikke darm voordat de endeldarm begint. Het sigmoïd heeft een S-vorm. |
| Transverse colon structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het dwarse (platte) deel van de dikke darm. |
| Corpus cavernosum of penis | nl | Explanation for patient (attribute) | Als een man opgewonden is, loopt er bloed naar dit weefsel van de penis. Hierdoor zwelt de penis op en ontstaat een erectie (stijve penis). |
| Intestinal wall structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De wand van de darm. De darmwand bestaat uit meerdere lagen. |
| Structure of main pancreatic duct (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | De afvoerbuis van de alvleesklier. Deze loopt van de alvleesklier naar de twaalfvingerige darm. Door de afvoerbuis stroomt alvleeskliersap. |
| Duodenal structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het duodenum is het eerste deel van de dunne darm. Hier begint de vertering van het eten. |
| Structure of fascia (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Vlies dat om of tussen spieren zit. Het vlies is gemaakt van bindweefsel. |
| Structure of right colic flexure | nl | Explanation for patient (attribute) | De naam voor de bocht in de dikke darm die tussen het opstijgende deel zit en het platte deel. De bocht ligt bij de lever, rechts in het lichaam. |
| Structure of left colic flexure | nl | Explanation for patient (attribute) | De naam voor de bocht in de dikke darm die tussen het platte deel en het dalende deel zit. De bocht ligt bij de milt, links in het lichaam. |
| Biliary tract structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Door de galweg komt gal van de lever in de dunne darm. Zo kan de gal het vet in het eten verteren. De galweg loopt ook door de alvleesklier. |
| Seminal vesicle structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Klieren die achter/tegen de prostaat aanliggen. Deze klieren maken samen met de prostaat sperma. |
| Structure of colonic haustra (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Het kenmerkende uiterlijk van de dikke darm: de ingesnoerde plooien aan de buitenkant. |
| Structure of hilum of lung | nl | Explanation for patient (attribute) | Opening in het longvlies. Hier gaan de luchtwegen en de bloedvaten doorheen. Voor beide longen is er zo'n opening. |
| Structure of hilum of spleen | nl | Explanation for patient (attribute) | De plek waar de bloedvaten de milt inkomen en uitgaan. |
| Ileocaecal valve structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De klep op de overgang tussen de dunne darm en de dikke darm. |
| Inframammary skin crease | nl | Explanation for patient (attribute) | De grens tussen de onderkant van de borst en de borstkas. |
| Structure of large intestine (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | De dikke darm. |
| Structure of small intestine (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Onderdeel van het spijsverteringskanaal. Zit tussen de maag en de dikke darm. De dunne darm haalt de voedingsstoffen uit het eten. |
| Intrahepatic biliary tract structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het deel van de galwegen dat in de lever ligt. |
| Structure of intramammary lymph node (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Dit is een lymfeklier die in het borstklierweefsel ligt. Deze lymfeklier kan zichtbaar zijn op de foto's en scans. |
| Structure of anorectal junction | nl | Explanation for patient (attribute) | De plek waar de endeldarm overgaat in de anus (het poepgat). |
| Structure of ligament | nl | Explanation for patient (attribute) | Band van bindweefsel dat om een gewricht zit. |
| Structure of lumen of intestine (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | De binnenkant van de darmen. |
| Structure of lymph node (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Kleine klieren die afvalstoffen uit het lichaam verwijderen. Lymfeklieren liggen onder andere in de hals, buik, oksels en liezen. Ook kankercellen kunnen zich via de lymfe(klieren) verspreiden. |
| Breast structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Latijns woord voor borst. |
| Mediastinal structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De ruimte achter het borstbeen, tussen de beide longen. In deze ruimte liggen onder andere het hart, de luchtpijp, de slokdarm, de aorta. |
| Structure of mesentery of peritoneum | nl | Explanation for patient (attribute) | Een weefsel waarmee de darm vastzit aan de binnenkant van de buik. In dit weefsel zit vetweefsel en lopen bloedvaten, lymfevaten en lymfeklieren. |
| Mesorectum | nl | Explanation for patient (attribute) | Vet dat om de endeldarm zit. In het vetweefsel zitten lymfeklieren en bloedvaten. |
| Structure of detrusor muscle of urinary bladder | nl | Explanation for patient (attribute) | De spierlaag van de blaas. |
| Structure of levator ani muscle | nl | Explanation for patient (attribute) | Spier in de onderbuik. De spier is onderdeel van de bekkenbodem. |
| Structure of external anal sphincter muscle (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | De buitenste kringspier van de anus (het poepgat). |
| Structure of internal anal sphincter muscle (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | De binnenste sluitspier van de anus (het poepgat). |
| Bone structure of coccyx | nl | Explanation for patient (attribute) | Het staartbeen of stuitje. Het is het laatste botje van de wervelkolom. |
| Pancreatic structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De alvleesklier. |
| Greater duodenal papilla structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het is de plek waar de galweg en de alvleesklierbuis de dunne darm in gaan. |
| Para-aortic region | nl | Explanation for patient (attribute) | Naast de lichaamsslagader (aorta). |
| Structure of parasternal region | nl | Explanation for patient (attribute) | Naast het borstbeen. |
| Organ parenchyma | nl | Explanation for patient (attribute) | De actieve cellen in een orgaan. Deze cellen zorgen dat het orgaan zijn werk kan doen. |
| Structure of parenchyma of pancreas (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | De actieve cellen van de alvleesklier. Het parenchym doet het werk van de alvleesklier. |
| Structure of distal portion of ileum | nl | Explanation for patient (attribute) | Het laatste stukje van de dunne darm, voordat die overgaat in de dikke darm. |
| Visceral pleura structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het vlies dat om de longen heen zit. |
| Structure of peritoneal fold | nl | Explanation for patient (attribute) | Een plooi van een vlies. Bijvoorbeeld van het buikvlies. |
| Structure of presacral region | nl | Explanation for patient (attribute) | Vóór het heiligbeen (sacrum). Het heiligbeen is een bot onderaan de wervelkolom. |
| Renal pelvis structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het deel van de nier waarin de urine (plas) wordt opgevangen. Daarna gaat de urine door de urineleider naar de blaas. |
| Pyloric structure of stomach | nl | Explanation for patient (attribute) | Sluitspier van de maag. Als de sluitspier open gaat, komt het voedsel in de dunne darm. |
| Rectosigmoid structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De plek waar het sigmoïd, het laatste stuk van de dikke darm, overgaat in de endeldarm. De plek is te zien op de MRI-scan. |
| Structure of rectosigmoid junction | nl | Explanation for patient (attribute) | De plek waar de dikke darm overgaat in de endeldarm. |
| Rectum structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Het laatste stuk van de dikke darm. Aan het eind van de endeldarm zit de anus (het poepgat). |
| Structure of sacral vertebral column | nl | Explanation for patient (attribute) | Het bot onderaan de wervelkolom: het heiligbeen. Het is een vergroeiing van een aantal wervels, die samen een bot vormen. |
| Sentinel lymph node | nl | Explanation for patient (attribute) | Als kanker uitzaait naar de lymfeklieren, is de schildwachtklier de eerste klier waar de uitzaaiingen zitten. |
| Colonic serosa | nl | Explanation for patient (attribute) | Buitenlaag van de darmwand. |
| Small intestine serosa | nl | Explanation for patient (attribute) | De buitenlaag van de darmwand. |
| Duodenal serosa | nl | Explanation for patient (attribute) | De buitenlaag van de darmwand. |
| Digestive tract structure (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | De weg van het eten in het lichaam, van de mond tot het poepgat. En alle organen onderweg die ervoor zorgen dat het eten wordt verteerd. |
| Colonic subserosa | nl | Explanation for patient (attribute) | Een laag van de darmwand. |
| Small intestine subserosa | nl | Explanation for patient (attribute) | Een laag van de darmwand. |
| Thoracic structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De borstkas, waar de longen in liggen. |
| Chest wall structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Wand van de borstkas. De wand bestaat uit de ribben, spieren, het borstbeen en de wervels. |
| Structure of trunk of pulmonary artery | nl | Explanation for patient (attribute) | Door dit bloedvat stroomt het bloed naar de longen. |
| Mucous membrane structure (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Een dunne laag cellen die slijm aanmaken. |
| Muscularis propria | nl | Explanation for patient (attribute) | Een van de spierlagen in de darmwand. |
| Ureteric structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Een buisje waardoor de urine (plas) van de nier naar de blaas loopt. |
| Urethral structure | nl | Explanation for patient (attribute) | De plasbuis. Hierdoor loopt de urine (plas) van de blaas naar buiten het lichaam. |
| Urothelium | nl | Explanation for patient (attribute) | Slijmvlies aan de binnenkant van de blaas, plasbuis, urineleiders en nieren (de urinewegen). |
| Venous structure | nl | Explanation for patient (attribute) | Een bloedvat dat het bloed naar het hart vervoert. |
| Structure of nerve plexus (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Bol of kluwen van zenuwen, bloedvaten of lymfevaten. |
| Structure of peripheral glandular zone of prostate (body structure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Het gebied aan de buitenkant van de prostaat. |
| Transition zone of prostate | nl | Explanation for patient (attribute) | De plasbuis loopt door de prostaat. Het deel van de prostaat dat het dichtst rond de plasbuis zit, heet de transitiezone. |
| Subcutaneous emphysema | nl | Explanation for patient (attribute) | Dit is een ophoping van lucht onder de huid. Het kan komen doordat lucht uit de longen is weggelekt naar de huid. Maar het kan ook komen door een operatie of onderzoek. |
| Administration of substance via sublingual route (procedure) | nl | Explanation for patient (attribute) | Dit betekent dat een medicijn in het lichaam wordt gebracht door het onder de tong te leggen of te druppelen. |
| Suprapubic catheter | nl | Explanation for patient (attribute) | Een slangetje dat via de onderbuik in de blaas komt. Door het slangetje stroomt de urine (plas) vanuit de blaas in een opvangzak buiten het lichaam. |
| Lower urinary tract symptoms | nl | Explanation for patient (attribute) | Problemen met de lagere urinewegen, zoals de blaas, de prostaat of de urinebuis. |
| AMeD syndrome | Attribution | Inserm Orphanet | |
| PsAPASH syndrome | Attribution | Inserm Orphanet | |
| Caspase recruitment domain family member 11-associated atopy with dominant interference of nuclear factor kappa-B signaling syndrome (disorder) | Attribution | Inserm Orphanet | |
| Autosomal dominant intellectual disability, craniofacial dysmorphism, macrocephaly, hypotonia syndrome due to H1.4 linker histone, cluster member mutation (disorder) | Attribution | Inserm Orphanet | |
| CIMDAG syndrome | Attribution | Inserm Orphanet | |
| Coloboma, osteopetrosis, microphthalmia, macrocephaly, albinism, deafness syndrome (disorder) | Attribution | Inserm Orphanet | |
| Facial dysmorphism, hypertrichosis, epilepsy, intellectual disability/developmental delay, gingival overgrowth syndrome (disorder) | Attribution | Inserm Orphanet | |
| Marfanoid habitus, facial dysmorphism, skeletal abnormality, heart defect syndrome | Attribution | Inserm Orphanet |
Start Previous Page 7 of 8 End
Reference Sets
FHIR